Professor dr. Erik Scherder (1951) is als hoogleraar Klinische Neuropsychologie verbonden aan de Vrije Universiteit. Hij won meerdere keren de VU Onderwijsprijs en in 2014 verscheen zijn boek ‘Laat je hersenen niet zitten’ waarin hij onder meer het belang van bewegen voor de hersenen beschrijft. Tevens is hij ook een graag geziene gast bij De Wereld Draait Door, waar hij de kijkers vol enthousiasme meeneemt in de wondere wereld van het brein. Echt landelijke bekendheid kreeg hij door een drietal colleges in het kader van de DWDD University. In deze uitzendingen – gemiddeld door 1-1,5 miljoen mensen bekeken – legde hij op bevlogen wijze de werking van het brein uit. Wij spraken met Erik over het belang van bewegen, het wonder dat brein heet en hoe we dit kostbare bezit zo lang mogelijk gezond en scherp kunnen houden.
Deel 1: “Neem initiatief anders gaat je brein achteruit”
Advertentie
Deel 2: De wondere wereld van het brein
Hoe werkt het mechanisme van bewegen en prikkeling van het brein?
We hebben het dan eigenlijk ook over arousal (alertheid) die na ’3 fasen’ ontstaat: als je beweegt activeer je het ‘prororeptillian brein (onder andere hersenstam en kleine hersenen), de ‘motor’ van het brein. Het is het laagste deel van de hersenen waar impulsen via de achterhoorn (ruggenmerg) binnenkomen en vervolgens opstijgen. Vervolgens worden – in fase 2 – een groot aantal gebieden in de pons (een verbinding tussen de grote en kleine hersenen) geactiveerd. Dit zijn cruciale gebieden, omdat zij de bron vormen van twaalf neurotransmitters (stoffen die zenuwimpulsen doorgeven), waaronder vier heel belangrijke: dopamine, noradrenaline, serotonine en acetylcholine. Deze neurotransmitters worden aangemaakt zodra je beweegt, maar ook als je naar muziek luistert of iets ziet wat je aangrijpt. Ze kunnen je dat ‘fijne’ gevoel geven of juist andere emoties teweegbrengen. In de derde fase stijgen de impulsen op via de thalamus en gaan ze door naar de cortex (hersenschors), het gebied dat een belangrijke rol speelt bij intellectuele functies. Samenvattend: de hersenschors wordt dus aangezet uit een van de laagste gebieden van je brein. Wat betreft de prikkeling van het brein: er zijn daar grote baansystemen (netwerken) actief die voor en achter met elkaar verbinden. Deze netwerken zijn verbonden met de hoogste cognitieve functies, zoals geheugen, aandacht en empathie, maar – en nu komt het – spelen ook een rol tijdens het bewegen: ze zorgen ervoor dat je alle ruimtelijke informatie kan verwerken en jezelf gecoördineerd door de ruimte kan verplaatsen. Bewegen is dus een manier om het brein uit te dagen, maar je kan het ook op cognitieve wijze doen. Als er maar voldoende uitdaging is en nieuwheid.
“Lopen stimuleert de orbitofrontale cortex en verhoogt daarmee empathie”
Als je op het punt salarisverhoging te vragen, dan je manager maar even vragen om een stukje te gaan lopen?
Haha. Ja, het zou wel helpen inderdaad. Het gekke is dat de empathie tegenwoordig ver te zoeken is. Zeker bij het hoger management. Juist met beslissingen nemen, dus bijvoorbeeld een salarisverhoging, speelt empathie een belangrijke rol. Ik denk ook zeker dat een stukje zelfreflectie bij managers zou kunnen helpen. Het standpunt niet alleen van je eigen kant bekijken, maar je verplaatsen in een ander.
Examens of een belangrijke presentatie kunnen voor veel stress zorgen. Een juiste spanning helpt je goed te presteren, maar ‘overarousal’ (nergens meer op kunnen concentreren) werkt juist averechts. Hoe kun je hier goed mee omgaan?
Ga een uur van tevoren even sporten – het liefst hardlopen – voordat je een examen of presentatie moet doen. Met activatie zorg je ervoor dat het stresscircuit goed onder controle wordt gehouden en ga je ‘rustiger’ een examen of presentatie in. Dit kan trouwens ook als je kauwgom kauwt. Als ik wat spannends voor de boeg heb, ga ik altijd eerst bewegen, meestal fietsen. Hardlopen kan natuurlijk ook, zoals de zangeres Anouk vaak doet: voor elk concert gaat zij eerst even hardlopen en kan ze fris het podium op. Wat ik in ieder geval afraad is thuis zitten te appen en dan richting je examen gaan. Dat is naar mijn idee de slechtste voorbereiding.
“Door zelf te lopen fungeer je als een spiegel naar je kinderen, prikkel je hun spiegelneuronen en gaan zij het ook als meer vanzelfsprekend zien.“
Wat zijn spiegelneuronen en hoe werkt het (na-apen) precies?
Spiegelneuronen zijn neuronen die actief of actiever worden wanneer je waarneemt wat iemand anders doet. Ze zitten op dezelfde plek in de hersenen als bij degene die de actie uitvoert. Ze zitten door het hele brein heen, zowel in de pariëtale kwab die we nodig hebben voor het integreren van zintuiglijke informatie om ruimtelijk te denken, als in de motorische gebieden en bovenin de slaapkwab. Spiegelneuronen reageren voornamelijk op twee dingen. Aan de ene kant is dat bij het verbeelden van beweging, ook wel ‘imagination’ genoemd. Bij het inbeelden van bepaalde technieken of bewegingen gaan deze spiegelneuronen ‘vuren’ en zijn er verschillende hersencellen die signalen aan elkaar doorgeven. Daarnaast worden de spiegelneuronen, ook wel ‘netwerken’, ontzettend actief als je kijkt naar de beweging van anderen. Je ziet het bij voetballers, maar ook bijvoorbeeld bij dansers die naar hun collega-dansers kijken.
We worden continue blootgesteld aan nieuwe prikkels en zeker onder jongeren is concentratie een steeds groter wordend probleem. Hoe houden we ons brein scherp?
Dat is natuurlijk een lastige. Tegenwoordig staat echt alles ter beschikking en worden we van alle kanten afgeleid. De smartphone is hier een goed voorbeeld van: even het laatste nieuws lezen, een WhatsApp berichtje versturen of op Facebook kijken. Deze afleiding wordt ook nog eens bevestigd door een recent onderzoek van een van mijn collega’s onder een groep studenten: het bleek dat tijdens een college door de meesten om de 3 à 4 minuten een nieuw scherm werd geopend. Het gevolg hiervan is een verdeling van de aandachtscapaciteit: het brein kan moeilijker informatie filteren en we hebben dan meer moeite om ons langdurig op een bepaalde taak te concentreren.
Je hoort wel eens ”de beste ideeën ontstaan bij mij als ik een rondje heb hardgelopen.’’ Hoe komt dat?
Dit heeft ook te maken met het ‘default mode network’. Tijdens het hardlopen of een stukje fietsen is er door de beweging enerzijds ‘arousal’ en wordt doordat je verder geen enkele mentale belasting hebt een gebied in het brein aangesproken waar je creativiteit en ideeën ontstaan. Tijdens het werken of studeren zijn we veel te cognitief bezig en krijgt het brein niet de kans om tot rust te komen. De rust die juist nodig is om dat ‘default mode network’ te activeren en zo op nieuwe ideeën te komen.
Er zijn mensen die niet van ‘brisk walking’ (stevig stappen) of joggen houden. Is voor hen yoga, tai chi of meditatie een geschikt alternatief om toch dezelfde voordelen te kunnen ervaren?
Durf ik geen antwoord op te geven. Dit zou eens onderzocht moeten worden door deze groepen op te splitsen in bijvoorbeeld een groep ‘running’ en groep ‘tai chi’ en dan kijken wat de verschillen zijn in hersenactiviteit.
“Voldoende bewegen en jezelf blootstellen aan een ‘verrijkte omgeving’ zijn geweldige prikkels voor het brein en verbeteren het functioneren.”
Hoe verklaar je dit en hoe komt het dat deze twee factoren meer effect hebben zodra ze tegelijkertijd worden toegepast en niet apart van elkaar?
Het gaat om de stofwisseling in je zenuwcellen en baansystemen. Deze gaat omhoog als je beweegt, of een cognitieve inspanning doet. Een optimale situatie is beweging in een verrijkte omgeving, ook wel de multi-aanpak genoemd, omdat de stofwisseling van het brein dan nóg hoger ligt.
In het derde en laatste deel kijken wij met Erik vooruit naar de toekomst van het brein en geeft hij een tip waar je direct mee aan de slag kunt.
Eerste deel gemist? Klik hier.
Geef als eerste een reactie on "Erik Scherder (2): “De beste ideeën ontstaan na het hardlopen”"