Ligt gewicht aan je genen of heb je zware botten?

Het verhaaltje van de ‘zware botten’ geloven we nu allemaal wel, maar kan het toch zo zijn dat het erfelijk bepaald is of je mager, slank of volslank door het leven gaat? Of heb je zelf de grootste invloed op je gewicht? Wij denken dat je met een paar duidelijke tips je hele leven op het gewicht kunt blijven dat voor jou goed is. Ook als je een beetje ‘pech’ hebt met je DNA.

6 tips om op gewicht te blijven

  1. Vermijd crashdiëten
  2. Eet kleine porties, verspreid over de dag
  3. Beweeg & verhoog je serotoninegehalte
  4. Slaap voldoende
  5. Drink veel water
  6. Je bent wat je eet: kies wat je lust

Zware botten bestaan niet, het dikmaak-gen wel.

Iedereen heeft wel zo’n vriendin die echt alles kan eten en geen grammetje aankomt. Terwijl jij nog niet eens naar een gebakje kunt kijken of de kilo’s vliegen er al aan. Het is inmiddels aangetoond, dat er echt zoiets bestaat als een dikmaak-gen en men denkt dat dit de reden is waarom zo velen van ons moeite hebben om hun gewicht vast te houden. Het gen, dat Engelse wetenschappers ontdekten bij hun onderzoek naar vetcellen afkomstig van 800 tweelingen, bepaalt je cholesterolgehalte en het gedrag van genen in vetcellen. Je erft dit gen met het hogere risico op bijvoorbeeld obesitas van je moeder. Het blijkt uit langlopend Amerikaans onderzoek dat het gen naarmate je ouder wordt een verandering in je hersenen veroorzaakt, die samen gaat met impulsief gedrag en een zwak voor vet eten. Iets wat bij de niet-gendragers niet in dezelfde mate werd gezien. Overigens is het nu ook weer niet zo dat het tientallen kilo’s verschil in gewicht verklaart. Men denkt ongeveer drie, maar dat is toch genoeg om te hopen dat je het niet hebt. Afvallen is al lastig genoeg.

Advertentie



Géén extreme dingen, wel levensstijl aanpassen.

Ook al heb je het dikmaak-gen, dan nog is het niet nodig om steeds maar aan te komen. Vaak heeft die slanke vriendin een andere levensstijl en hoogstwaarschijnlijk een ander eetpatroon. Want hoe je het ook wendt of keert, je hebt zelf een grote invloed op jouw gewicht. Vind je jezelf te zwaar? Dan kun je nu beginnen om daar iets aan te doen. De kans is groot dat je precies weet hoe dat moet. In theorie dan. Volgens de meeste psychologen is er echt niet veel dat je een vrouw nog kunt vertellen over gewichtsverlies, maar we proberen het toch.

1-Vermijd crashdiëten

Het lijkt wel of er iedere dag een nieuw, hip dieet verschijnt met steeds vreemdere manieren om het lichaam van onze dromen te krijgen. Snelle oplossingen in de vorm van een crashdieet werken echter meestal niet. Het is namelijk erg gemakkelijk om daarna weer in je oude gewoontes terug te vallen, zeker als je jezelf die zaken ontzegt die je het lekkerst vindt. Mensen houden van de instant-bevrediging die een dieet biedt. Het probleem hierbij is, dat de manier waarop je tegen eten aankijkt niet verandert. Hoe extremer het dieet, hoe meer moeite het zal kosten om je lagere gewicht vast te houden. Zo blijkt na een kuur van tien dagen uitsluitend repen, shakes en supplementen met heel weinig calorieën het gewichtsverlies fenomenaal, maar als je daarna één keer kaasfondue eet, zit de helft er geheid weer aan. Succesvol afvallen doe je door kleine, realistische veranderingen door te voeren en deze ook vast te houden.

2-Eet kleine porties, verspreid over de dag

Wanneer je lichaam 3x per dag een grote hoeveelheid voedingsstoffen te verwerken krijgt, is zo’n portie eigenlijk too much. Met name voor je lever. Voedingsstoffen die in maag en darmen door het bloed worden opgenomen, gaan voor ze naar de rest van je lichaam gaan eerst door je lever. Dit orgaan is vrij groot, weegt zo’n 1,5 kilo en ligt rechts in je bovenbuik, tegen je ribben aan. 1.400x per etmaal wordt je bloed door je lever gezuiverd. Afvalstoffen worden eruit gehaald, voedingsstoffen worden afgebroken, vetten worden gebruikt voor de verbranding of opgeslagen. Wanneer je te veel tegelijk binnenkrijgt, raakt je lever overbelast en zullen er meer vetten en afvalstoffen achterblijven in je lichaam. Je helpt je lever door kleine porties te eten die goed te verwerken zijn. Dan sla je minder op en dat helpt je weer om af te vallen.

3-Beweeg & verhoog je serotoninegehalte

We kunnen het niet vaak genoeg zeggen, maar bewegen is echt een must. Niet alleen omdat je daarmee calorieën verbrandt, maar ook omdat er vanaf ongeveer 20 minuten bewegen een stofje in je hersenen vrijkomt – serotonine – dat ook wel het gelukshormoon genoemd wordt. Overigens, een stevige knuffel heeft hetzelfde effect. Het geeft een prettig gevoel, waardoor automatisch je gedachten van eten worden afgeleid. Is je energieniveau zo laag dat je niet vooruit te branden bent? Een steuntje in je rug kan je dan helpen om in beweging te komen.

4-Slaap voldoende

Slaaptekort verlaagt je leptinegehalte, waardoor je extra trek krijgt, meer gaat eten en dikker wordt. Breng jezelf in de juiste stemming om te gaan slapen met een paar druppels geraniumolie in bad. Dit bevordert je slaapcyclus.

5-Drink veel water

Je lichaam slaat vet en afvalstoffen die het niet goed kan uitscheiden op in vetopslagcellen. Wanneer je gaat afvallen (of intensief sporten) om je vetpercentage te verlagen, komen deze stoffen vrij. Hierdoor kun je je duf of sloom gaan voelen. Door veel water te drinken, bevorder je de uitscheiding van deze stoffen. Drink als je afvalt minimaal drie liter water of caloriearme dranken per dag en als je sport nog eens een halve liter in een half uur (kleine slokjes). Vind je zo veel drinken moeilijk? Neem altijd een waterflesje mee of een bidon bij het sporten en varieer met bijvoorbeeld groene (ijs)thee.

6-Je bent wat je eet: kies wat je lust

De oplossing voor blijvend gewichtsverlies ligt dus in een persoonlijke benadering. Stel een eetplan op dat past bij je leven en met dingen die je lekker vindt. Dat klinkt logisch, maar lijkt in de verste verte niet op hoe de meeste diëten worden aangepakt, met afgemeten hoeveelheden voedsel en bepaalde tijdstippen waarop je moet eten. Het is natuurlijk niet de bedoeling om alleen voor geraffineerde suikers, vetten en fast food te kiezen. Eet zoveel mogelijk gezonde, verse dingen, maar zie eten niet als goed of slecht. Hierdoor zul je alleen maar meer geobsedeerd raken en meer trek krijgen. Pas gewoon de hoeveelheid op je bord aan (neem desnoods een kleinere maat bord) en eet wat langzamer. Kies voor volkorenproducten die langzamer worden opgenomen, geniet van elke hap, probeer nieuwe smaken uit, zorg voor variatie en vooral: blijf het leuk en lekker vinden!

Geef als eerste een reactie on "Ligt gewicht aan je genen of heb je zware botten?"

Laat een reactie achter

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.