Ooit was het heel functioneel om veel te eten als er voedsel beschikbaar was. Helaas denkt ons brein daar nog steeds zo over.
Het is bekend dat een bepaald eiwit dat in moedermelk voorkomt, een seintje geeft dat een baby genoeg gegeten heeft. Dat is de reden dat een baby die borstvoeding krijgt nooit te zwaar wordt. De truc is om je lichaam zo te trainen dat het ‘vol’ signaal op tijd binnenkomt om te voorkomen dat je te veel eet. Vanuit de prehistorie kende de mens periodes van overvloed en periodes van voedselschaarste. Tijdens de overvloed aten we veel om de periode van voedselschaarste te overleven. Vetopslag was een noodzaak, matig eten niet. Iemand die nu overgewicht heeft, volgt zijn natuurlijke drang om te eten. Helaas is dit in onze maatschappij van overvloed niet meer toepasbaar. Als je dit patroon snapt, is het een stuk makkelijker om af te slanken.
- Eiwitten helpen je
- Sporten: altijd goed
- Vast eetpatroon
- Het is niet elke dag feest
- Eten voor je lever
Afvallen is een kwestie van rekenen. Krijg je meer energie binnen dan je verbruikt, dan sla je dat op als vet. Simpel. Als er ergens logica in zit, dan is het in overgewicht. En ooit had het nog een doel ook (die vetopslag).
Advertentie
Ons lichaam geeft twee verschillende signalen af. Als de maagwand op spanning staat, je buik is vol, dan geeft het lichaam een signaal af: genoeg gegeten.
Je voelt je voldaan, maar na vijftien minuten is er weer ruimte in de maag, dan kan je weer eten. Iedereen heeft wel eens te veel gegeten. De volgende dag word je wakker met een hongergevoel. Dat komt omdat de maagwand is opgerekt door het vele eten. Het gevolg is dat je dan wéér veel gaat eten om een voldaan gevoel te krijgen. Zo kom je in een verkeerd eetpatroon terecht. Als je drie dagen minder eet, dan krimpt de maagwand en wordt het hongergevoel minder. In onze hersenen zit een centrum dat de opname van voeding regelt. Niet meer eten omdat het voor je staat, niet meer onder het motto ‘morgen ga ik afvallen’ alles wat ik te pakken kon krijgen op te eten. Nee. De druppel die voor mij de emmer deed overlopen was een repen- en shakesdieet waar ik echt in een week maar liefst 5 kilo van afviel. En vervolgens in ongeveer 1 dag – na een kaasfondue met vriendinnen – alles er weer aan at. Toen was ik er klaar mee. Sindsdien eet ik (regel)matig, maak geen ingewikkelde recepten, zeker niet als lunch, en grijp ik in als ik uit de bocht vlieg. Het resultaat? 2 jaar later was ik 20 kilo kwijt en dat is er (bijna) niet meer aangekomen in meer dan 20 jaar.
Dit maakt afslanken makkelijker
1 – Eiwitten helpen je
Eiwitten kosten van zichzelf al veel energie om te verteren. Na het eten van eiwitten zit je gewoon langer vol. Daarbij heb je soms ook gewoon eiwitten nodig. Neem na het sporten als extra een eiwitshake. Ook lekker als vervanger van ontbijt of lunch of in een smoothie met banaan.
2 – Sporten is natuurlijk altijd goed
Val je af en wil je blijven sporten? Dan kun je meestal wel wat extra energie als oppepper gebruiken. Of wat hulp. Sommige vetverbranders zijn met name effectief als je er ook regelmatig bij gaat sporten.
3 – Echt dit werkt: een vast eetpatroon
Als je steeds maar weer op dieet moet, omdat je gewicht op en naar gaat, kun je daar behoorlijk moedeloos van worden. Jojoën, ik weet er alles van. Toch heb ik die cyclus van aankomen, afvallen en weer aankomen, kunnen doorbreken. Hoe? Door nooit meer een raar dieet te volgen of zelfs maar aan de lijn te doen, maar door mijn houding tegenover eten te veranderen en iedere dag ongeveer hetzelfde te eten:
- Ontbijt met yoghurt, all bran of zemelen en magnesium
- Bij de koffie een lekkere mueslikoek of krentenbol
- 2 volkoren boterhammen met kaas of geroosterd met pindakaas
- ’s Middags een appel of een eiwitshake
- Avondeten (alles mag, nooit te veel) – daarna niks meer
Tussendoor heb ik vooral ’s middags nog weleens trek in een dropje of zo. Ook neem ik regelmatig een soepje bij of na de lunch. In principe na het avondeten nooit wat. Dit werkt goed om nu op mijn gewicht te blijven. Het zal voor niet iedereen hetzelfde zijn, maar je kunt vast wel iets vinden dat voor jou goed is.
4 – Houd eten functioneel, het is niet elke dag feest
Het probleem met eten, of liever minder eten, is dat je het wel altijd moet doen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld stoppen met roken of drinken, kun je het niet helemaal vermijden en dat maakt het lastig. Al die mensen die op dieet zijn en dan een enorme salade zitten weg te kauwen bij de lunch. Het werkt niet. Niet op de lange termijn. Gewoon 2 boterhammetjes roosteren en kaas of pindakaas erop. Lekker, makkelijk en je hoeft er nooit over na te denken of speciaal inkopen voor te doen. En soms neem je dan een salade. Dat geldt ook voor je ontbijt. Eten moet ook een goed mondgevoel hebben en een voldaan gevoel geven. Vetten doen dat (en je hebt ze ook nog nodig ook). Dus ik zie geen probleem in volle yoghurt en 40+ kaas. Liever 1 lekker plakje dan 3 magere waar je warm nog koud van wordt.
5 – Eten voor je lever
In je lever worden voedingsstoffen verwerkt en afgebroken en afvalstoffen verwijderd. Hoe beter je lever functioneert, hoe makkelijker je gewicht verliest. Veel groente en fruit, veel water drinken of groene thee, kruiden als paardenbloem en mariadistel zijn goed voor je lever.
Doe gewoon over eten, maak er geen ding van, maar zie het als iets functioneels. Zeker overdag en door de week. Dan kun je ’s avonds wat uitgebreider de tijd nemen om te koken. Maar bedenk dat je het echt niet een leven lang volhoudt om naast je baan, gezin en allerlei sociale activiteiten je iedere dag intensief met eten bezig te houden. Zet het uit je hoofd en doe gewoon. Succes!
Geef als eerste een reactie on "Als het over te veel eten gaat, zitten we nog met een prehistorisch brein. En daarom zijn we te dik."